Feiten versus verkiezingspraat: wie komt op voor ongedocumenteerde mensen?

 

In Nederland leven mensen die hun thuis hebben moeten verlaten, maar hier bijna geen rechten hebben. Het is moeilijk voor te stellen, maar Nadine legt uit wat het betekent om ongedocumenteerd te zijn.  

 

 

Meer weten? Luister naar de ervaringen van Mo en Nadine in de volledige podcast.

 

Er zijn allerlei redenen waarom ongedocumenteerde mensen Nederland niet willen, durven of kúnnen verlaten – en sommigen blijken ook het recht hebben om te blijven. De discussies daarover spelen rond elke verkiezingen op. Dit jaar komt daarbij dat steeds meer partijen voor restrictief migratiebeleid zijn, wat grote gevolgen kan hebben voor (het aantal) ongedocumenteerde mensen in Nederland en Europa. Welke plannen zijn gestoeld op feiten – en welke op onderbuikgevoel? OneWorld heeft onderzoek gedaan naar veelvoorkomende uitspraken rond asiel en de plannen van politieke partijen in de verkiezingsstrijd. Dit onafhankelijk onderzoek is mogelijk gemaakt met de steun van Ben & Jerry’s. Het originele en volledige artikel is hier te vinden bij OneWorld.

Ongedocumenteerden?

 

Taal beïnvloedt de beeldvorming – en veel termen rondom asiel en migratie geven een vertekend beeld van de werkelijkheid.

Ongedocumenteerde mensen  zijn mensen die in Nederland geen verblijfsvergunning hebben. Wie geen verblijfsvergunning heeft, staat op alle fronten buitenspel. Dan mag je niet werken, geen opleiding volgen en geen zorgverzekering afsluiten of een woning huren.

Ongedocumenteerd zijn is niet strafbaar.  Verblijf zonder geldige documenten is in Nederland geen strafbaar feit. Ook is in Nederland toekomen en asiel aanvragen geen strafbaar feit, dat is ieders recht volgens het VN-Vluchtelingenverdrag. Wie ongedocumenteerd is, kan wel ter voorbereiding van een uitzetting in vreemdelingendetentie worden gezet.



 

Niet kunnen terugkeren 

 

Precieze cijfers over het aantal ongedocumenteerde mensen in Nederland zijn lastig te krijgen.  Volgens het ministerie van Justitie en Veiligheid waren het er in 2018 naar schatting om 23.000 tot 58.000 mensen. Dat zijn niet allemaal mensen wiens asielverzoek is afgewezen; de grootste groep bestaat uit ongedocumenteerde arbeidsmigranten. Maar de politieke plannen richten zich voornamelijk op de mensen die geen asiel kregen.  

 

Voor overwegend rechtse partijen is het simpel: deze mensen zonder papieren moeten terug naar hun land van herkomst. Uit de analyse van de programma's blijkt dat deze partijen geen woorden of geld willen verspillen aan opvang of begeleiding, behalve misschien aan ‘vrijwillige terugkeer’ – wat soms daadwerkelijk vrijwillig is en soms betekent dat gedwongen uitzetting al op tafel ligt, en iemand daarom maar vrijwillig vertrekt. Punt is: iemand terugsturen is vaak niet mogelijk, omdat het land van herkomst niet wil meewerken, of omdat de persoon simpelweg geen land heeft om naar terug te keren, zoals staatloze mensen.  

 

Er gaat veel aandacht naar landen van herkomst, zoals Marokko of Algerije, die momenteel niet of moeizaam meewerken aan (gedwongen) terugkeer. Veel partijen willen overeenkomsten sluiten waarbij het herkomstland iets krijgt in ruil voor terugname, zoals meer mogelijkheden voor werk- en studiemigratie uit die landen. Dat is niet uit de lucht gegrepen: onder meer de Adviesraad Migratie en het wetenschappelijk onderzoekcentrum van het ministerie van Justitie en Veiligheid (WODC) hebben eerder aanbevolen om zulke overeenkomsten te sluiten. Hoogleraar Migratierecht Tesseltje de Lange is sceptisch over het inzetten van zulke vergunningen als vorm van terugkeerbeleid. “Er is geen hard bewijs dat zulke afspraken werken, het blijft meestal op de tekentafel liggen. En het getuigt niet echt van een eerlijke en evenwichtige samenwerking; je zegt samen te willen werken aan meer kansen en toekomstperspectief voor mensen, vervolgens gebruik je dat als stok om mee te slaan.”   

 

Wel kunnen werkvergunningen een uitkomst zijn voor de mensen die nu onveilige routes moeten nemen, voor ongedocumenteerde mensen en voor sectoren met personeelstekorten, vindt ze. “In Duitsland kunnen ongedocumenteerde mensen al naar de status van arbeidsmigrant ‘switchen’ als ze werk krijgen. Dat biedt hen kansen, en als land bespaar je jezelf een kansloze terugkeerprocedure met alle kosten van dien.”  

 

Voor de mensen die wel terug willen, maar dat niet kunnen, bestaat in principe een zogeheten buitenschuldprocedure: als je kunt bewijzen dat je niet weg kán, krijg je een verblijfsvergunning. “Maar het gros van de mensen die dat probeert te bewijzen, krijgt geen vergunning”, zegt Robin van Oene van het ASKV Steunpunt Vluchtelingen. “Er gelden heel restrictieve regels en als je niet aan de juiste documenten kunt komen, wordt dat gezien als ‘niet meewerken’. Bij de enkelen die het wel lukt, duurt het proces jaren.” In de praktijk zijn het vaak mensen met een onbekende nationaliteit of staatloze personen, zoals Palestijnen of Rohingya – minderheden die in hun land van herkomst al amper rechten hadden. Er zijn ongeveer 5.280 mensen geregistreerd als staatloos en 26.230 als ‘nationaliteit onbekend’ in Nederland; vele anderen staan niet geregistreerd. Het standpunt van het ASKV is dan ook dat staatloosheid moet leiden tot een verblijfsvergunning, zoals CU en PvdD in hun verkiezingsprogramma voorstellen.  

 

Vreemdelingendetentie nog erger dan een gevangenis 

 

Onder het terugkeerbeleid valt ook de vreemdelingendetentie; in theorie het ‘laatste redmiddel’, maar in de praktijk wordt het veelvuldig ingezet. Nederland kent drie detentielocaties: één in Rotterdam voor volwassen mannen, een gezinslocatie in Zeist en grensdetentie op Schiphol. Volgens de Dienst Justitiële Inrichtingen is vreemdelingendetentie geen gevangenis, omdat ze een ruime bezoekregeling hebben, overdag toegang tot buitenlucht en een ‘dagprogramma’.  

 

Hevien Dahly van het Meldpunt Vreemdelingendetentie ziet dat anders: “Het is een gevangenis. Je hebt zelfs nog minder kansen en vrijheden dan in een normale gevangenis; je mag niet studeren of werken, er is amper dagbesteding, geen bibliotheek.”  

 

Kinderen en hun ouders mogen maximaal twee weken in detentie verblijven; anderen niet meer dan 18 maanden; de gemiddelde detentieduur is 44 dagen. Officieel mag iemand alleen worden opgesloten als er ‘zicht op uitzetting’ is, maar vaak wordt dat pas getoetst nádat iemand is vastgezet. “Dat toetsen kan snel gaan, maar er zijn ook mensen die maanden vastzitten voordat blijkt dat er geen wettelijke basis is”, zegt Dahly. Ook kan dezelfde persoon meermaals in detentie worden gezet – wat ook vaak gebeurt.  

 

Dahly merkt dat de beeldvorming rond vreemdelingendetentie zich vooral richt op mensen die voor overlast zorgen. “Maar het gros van de mensen heeft niets verkeerd gedaan, behalve ongedocumenteerd zijn. Sommigen wonen en werken hier al jaren, hebben een gezin. Toch word je als een crimineel behandeld. De dag voordat je wordt uitgezet – gedwongen óf vrijwillig – word je vaak in isolatie geplaatst, voor het geval je jezelf iets zou aandoen.”  

 

In 2022 werden 2.920 mensen in detentie geplaatst; 2.090 mensen verlieten Nederland vanuit detentie, waarvan 1300 gedwongen. Ook bij detentie blijft het grootste obstakel een gebrek aan medewerking van de persoon zelf of het herkomstland. Ongedocumenteerde mensen vaker of langer opsluiten is daarvoor geen oplossing, staat in een rapport van de Adviesraad Migratie. De Adviesraad schrijft ook dat de overheid nog weinig experimenteert met andere maatregelen, zoals een meldplicht, een borgsom, garantstelling of het innemen van reisdocumenten. CU, D66 en GL/PvdA willen dat meer gaan doen; CU pleit ook voor meer activiteiten in detentie en een einde aan isolatie. NSC wil juist sneller inzetten op detentie.  



Geen toegang tot de reguliere daklozenopvang 

 

Het is opvallend dat de VVD ook de pilot met de Landelijke Vreemdelingenvoorziening (LVV) wil stopzetten. Dat zijn plaatsen in vijf steden waar ongedocumenteerde mensen onderdak kunnen krijgen en begeleid worden naar een oplossing voor hun verblijfsstatus: vrijwillige terugkeer, migratie naar een ander land óf een herhaalde asielaanvraag. Ondertussen krijgen ze daar 24-uursopvang en dagbesteding. “Door die stabiliteit gaat de juridische ondersteuning goed; van de mensen die via de LVV een herhaalde asielaanvraag volgen, krijgt zo’n 80 procent toch nog een asielstatus”, zegt Petra Schultz van het ASKV. Van de mensen die in 2022 de LVV uitstroomden, was voor 62% het proces afgerond: daarvan kreeg 83% verblijfsrecht, 17% ging vrijwillig terug. D66, CU, GL/PvdA en PvdD willen de LVV-pilot landelijk uitbreiden. 

 

Het nadeel: voor mensen die geen gebruik kunnen maken van de LVV, omdat er geen perspectief is op terugkeer of een herhaalde asielaanvraag, is er verder niets. Ongedocumenteerde mensen hebben geen toegang tot de reguliere daklozenopvang. Alleen de PvdD wil dat veranderen. 



 

De Dublinregeling   

Een grote groep ongedocumenteerde mensen valt onder de Dublinregeling. Volgens die regeling is het eerste EU-land dat een asielzoeker registreert, verantwoordelijk voor de asielaanvraag. In de praktijk zijn dat voornamelijk Italië, Griekenland en Spanje. “ Maar Italië heeft geen opvangcentra voor de Dublingroep en Griekenland een heel gebrekkig functionerend asielsysteem”, zegt Van Oene. Dus weigeren veel mensen die in Nederland een asielaanvraag deden, terug te keren naar die landen. De eerste zes maanden hebben ze recht op opvang in Nederland, maar velen slaan op de vlucht als uitzetting dichterbij komt. Na een termijn van nog een jaar kan er wel asiel worden aangevraagd in Nederland.  

De Dublinregeling is dus een voorbeeld van hoe restrictief asielbeleid mensen ongedocumenteerd maakt, zegt Petra Schultz van het ASKV. “Hoe moeilijker het is om asiel te krijgen, hoe meer mensen ongedocumenteerd zijn.” Een ander voorbeeld: in 2019 werd de discretionaire bevoegdheid afgeschaft. Daarmee kon de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie in schrijnende omstandigheden beslissen dat iemand een verblijfsvergunning krijgt. De CU, D66 en GL/PvdA willen de discretionaire bevoegdheid herinvoeren.    



 

Amper veilige en reguliere routes   

 

 Het valt op dat sommige partijen (CU en GL/PvdA) meegaan in een voorstel waar door mensenrechtenorganisaties veel kritiek op is: asielprocedures aan de EU-buitengrenzen. NSC en BBB gaan nog een stap verder: zij willen procedures in “veilige landen” buiten Europa. Het ASKV maakt zich daar ernstig zorgen over. Schultz: “Krijgen mensen die een asielaanvraag doen dan nog rechtsbijstand? Kunnen deze mensen nog herhaalde aanvragen doen? Wat als mensen in dat land ongedocumenteerd achterblijven? En blijft het echt bij veilige landen? Dat vertellen die partijen er allemaal niet bij.” Van Oene: “Je ziet het ‘grip op migratie’-narratief zich als een olievlek over de partijen verspreiden. Dat is zorgwekkend.”  

 

De VVD wil iedereen die Europa irregulier bereikt verbieden om überhaupt asiel aan te vragen – wat in strijd is met het Vluchtelingenverdrag. Wat de partij er niet bij zegt, is dat het nagenoeg onmogelijk is om Europa veilig en regulier te bereiken als vluchteling. Experts pleiten al jaren voor meer reguliere migratieroutes, zoals humanitaire visa of werkvergunningen voor niet-EU-burgers. Ook PvdD, D66, GL/PvdA en CU willen meer veilige, reguliere routes.  

 

Zie hieronder een selectie van de partijplannen over ongedocumenteerde mensen.  

Infographic-ongedocumenteerd-1.jpg

Infographic-ongedocumenteerd-2.jpg