Feiten of verkiezingspraat: hoe zit het écht met de huisvesting voor asielzoekers?

 

Wie zijn thuis heeft moeten achterlaten door geweld of vervolging, gaat in een nieuw land op zoek naar een veilige plek.

We horen veel over opvang voor vluchtelingen, maar hoe zit het nu echt? Luister hier naar de ervaring van Hidaya:

 

 

Wil je meer horen? Luister de volledige podcast hier.

Wat zijn de plannen van de politieke partijen voor mensen die net als Hidaya zijn moeten vluchten? Hebben ze haalbare voorstellen, of is het vooral verkiezingspraat? OneWorld heeft onderzoek gedaan naar veelvoorkomende uitspraken rond asiel en de plannen van politieke partijen in de verkiezingsstrijd. Dit onafhankelijk onderzoek is mogelijk gemaakt met de steun van Ben & Jerry’s. Het originele en volledige artikel is hier te vinden bij OneWorld.

 

Geen asielcrisis, maar een opvangcrisis

Wat opvalt: het gaat in de politieke campagnes vooral om asielmigratie, terwijl de afgelopen 10 jaar gemiddeld maar 12 procent van alle migranten in Nederland asielzoekers waren, en nog 10 procent familieleden. De andere 78 procent zijn expats en seizoensarbeiders en hun familie, studenten, en mensen met de Nederlandse nationaliteit die terugkeren of hier voor het eerst komen wonen.

Toch verkeert het kabinet al ruim anderhalf jaar in crisisstand door de opvang van die 12 procent mensen die asiel aanvragen. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid smeekt gemeenten regelmatig om opvangplekken vrij te maken, zodat mensen in aanmeldcentrum Ter Apel niet wéér op straat slapen. De spreidingswet, die gemeenten zo nodig verplicht om opvanglocaties te realiseren, is na veel politiek gesteggel begin oktober door de Tweede Kamer aangenomen, maar moet ook nog door de Eerste Kamer en zal dan pas op zijn vroegst eind volgend jaar effect hebben.

Misleidend taalgebruik

Taal beïnvloedt de beeldvorming – en veel termen rondom het asielbeleid geven een vertekend beeld van de werkelijkheid.

- Neem de term ‘asielcrisis’, die verbloemt dat de crisis in de asielketen voornamelijk het gevolg is van een gebrek aan opvang en IND-capaciteit: ‘opvangcrisis’ dekt de lading beter.

- De veelgehoorde uitspraak dat statushouders de woningmarkt ‘overspoelen’ is niet alleen feitelijk onjuist, zo’n term draagt ook bij aan de ontmenselijking van asielzoekers. Woorden als ‘overspoelen’ en ‘instroom’ stellen asielzoekers gelijk aan natuurverschijnselen – een vorm van dehumaniserend taalgebruik.

- Wanneer het gaat om zogenoemde ‘kansarme’ asielzoekers hoor je ook wel de term ‘veiligelanders’. Dat zijn mensen die uit landen komen die Nederland als veilig bestempelt. Toch zijn zij niet altijd ‘kansloos’ bij een asielaanvraag: sommige van hen krijgen wel asiel. Denk bijvoorbeeld aan politiek activisten of lhbti+’ers uit ‘veilig’ land Marokko.

Minder asielzoekers = geen einde aan de woningnood

Veel partijen willen alles op alles zetten om de aantallen mensen die asiel aanvragen in Nederland omlaag te brengen, terwijl dat niet betekent dat de opvangcrisis dan ook is opgelost. Het gaat namelijk om een ‘gecreëerde crisis’, zo schreven de Raad voor het Openbaar Bestuur en de Adviescommissie voor Vreemdelingenzaken al in 2022. Al jaren is het beleid om te bezuinigen op het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA) en de Immigratie- en naturalisatiedienst (IND) zodra het aantal asielzoekers afneemt, en níet opnieuw te investeren als het aantal toeneemt. Het gevolg: structureel te weinig opvangplekken en vertraagde asielprocedures.

Sommige partijen beloven daarom meer te investeren. CU en GL/PvdA willen een ‘opschaalprotocol’ of ‘buffervoorraad’ aan opvangplekken om een volgende crisis te voorkomen; D66 en CU willen een extra aanmeldcentrum. De VVD wil alleen de financiering van het COA en de IND ‘herzien’ en ­– net als de BBB – pas praten over betere spreiding van de opvang als het aantal mensen dat asiel aanvraagt omlaaggaat.

Hoewel partijen als de VVD, PVV en BBB hen juist de schuld geven van de woningnood zijn vluchtelingen evenzeer de dupe van dat probleem. BBB schrijft bijvoorbeeld dat een asielquotum de wachtlijsten voor een sociale huurwoning kan ‘terugdringen’. Maar de gemiddelde wachttijd voor een sociale huurwoning is in veel gemeenten zo’n 7 jaar; in de hoofdstad is het 13 jaar. Zonder statushouders zou dat een paar maanden tot een jaar korter zijn, want gemiddeld ging de afgelopen jaren namelijk nog geen tien procent van de woningen naar statushouders. Met andere woorden: al waren er nul asielzoekers, dan nog zouden er jarenlange wachtlijsten zijn voor sociale huurwoningen. 

Het zijn voornamelijk linkse partijen die om de woningnood op te lossen inzetten op toegankelijke sociale huur, met bijvoorbeeld meer financiering en een stop op de verkoop van sociale huurwoningen.

 

Geen luxe opvang, maar ‘een gevangenis’

Het is een opvallend patroon in de verkiezingsprogramma’s: partijen die vooral minder mensen die asiel aanvragen beloven, zeggen weinig tot niets over menswaardige opvang. De VVD, BBB, NSC en het CDA reppen met geen woord over de precieze inrichting van de opvang. De SP wil de opvang alleen maar ‘snel onder controle’ brengen.

Wél wil de VVD de opvang voor ‘kansarme asielzoekers’ nog verder ‘versoberen’ tot een ‘gesloten regime’. En ook andere partijen willen onderscheid maken tussen ‘kansrijke’ en ‘kansarme’ asielzoekers. Het is de vraag of dat haalbaar is; volgens het COA zou het onuitvoerbaar zijn en een pilot met sobere locaties voor zogeheten ‘veiligelanders’ (zie kader over misleidende taal), werd niet herhaald omdat gemeenten geen locaties beschikbaar wilden stellen.  

Volgens Lieneke Slingenberg, hoogleraar migratierecht aan de Vrije Universiteit (VU), kan een onderscheid tussen gewone en sobere opvang misschien juridisch gerechtvaardigd worden – dat is nog niet getoetst – maar er gelden hoe dan ook bepaalde rechten voor álle mensen die asiel aanvragen. “Er is een ondergrens. De faciliteiten op het vlak van voeding, kleding en onderdak moeten voldoende zijn om de menselijke waardigheid te garanderen. Als je kijkt naar de huidige opvang, zit daar weinig ruimte meer in.”

Azc’s zijn namelijk al ‘vrij sober’, aldus het COA op de eigen website. Meestal wonen meerdere gezinnen of personen bij elkaar in een unit van 80 vierkante meter. Gezinnen delen de woonkamer, keuken en badkamer. Bewoners moeten zich wekelijks bij het COA melden. Op veel opvanglocaties kunnen bewoners niet zelf koken, en ontvangen ze alleen leefgeld: 14 euro per week. Als mensen zelf moeten koken, ontvangen alleenstaande bewoners 56 euro en een gezin met twee kinderen 143 euro per week. Vindt iemand werk tijdens de procedure, dan moet diegene de kosten voor verblijf deels aan het COA terugbetalen.  

 

De gewenste soberheid in een azc ‘kan traumatiserend zijn’

Die soberheid leidt tot verminderd welzijn, denkt ook Daniël Grmazion, initiatiefnemer van Stichting Nieuwlander, die nieuwkomers helpt met hun toekomst in Nederland. “De kleine ruimtes en gedeelde faciliteiten zorgen voor spanningen tussen bewoners. Als je niets anders hebt dan wat kleding en kookgerei, bewaak je dat met je leven.” Volgens Halleh Ghorashi, hoogleraar Diversiteit en Integratie aan de VU, ervaren veel bewoners het azc zelfs als een gevangenis. “Mensen hebben weinig mogelijkheden, zijn afgezonderd van de samenleving – onderzoek laat zien dat verblijf in een azc heel traumatiserend kan zijn.”

In crisisnoodopvanglocaties, waar mensen terechtkomen als er geen plek is in de reguliere opvang, is de situatie nog schrijnender. De overheid ‘voldoet niet aan de verplichting een menswaardige levensstandaard te garanderen’, aldus de Nationale Ombudsman in een rapport. Vaak ontbreken basale voorzieningen zoals zorg en onderwijs en gaan bewoners – ook kinderen – gebukt onder voortdurende onzekerheid, doelloosheid en stress door het constante verhuizen tussen opvanglocaties.

 

Verbeteringen: kleinschaligheid en activiteiten buiten het azc

Veel partijen hebben ideeën over hoe de asielopvang beter kan. Een term die vaak terugkomt, is ‘kleinschalige opvang’: GL/PvdA, CU, PvdD en D66 noemen dat in hun partijprogramma. Kleinschaligheid zou beter zijn voor bewoners en het ‘draagvlak’ onder omwonenden vergroten.

Daar zit wat in, zegt Ghorashi. In goed georganiseerde kleinschalige opvanglocaties krijgen bewoners meer aandacht en is er meer contact met hun omgeving. “Mensen die zich de eerste maanden welkom voelden, hebben daar volgens onderzoek jaren later nog profijt van.” Ook Grmazion vindt het een goed idee. “De vraag is of het uitvoerbaar is. Je moet voldoende mensen hebben om het goed te begeleiden.” Volgens hem helpt het om professionals te vinden met een migratie- of vluchtelingenachtergrond. “Die culturele sensitiviteit mist vaak.” Geen van de onderzochte partijen noemt dat in het verkiezingsprogramma. 

Wél willen veel partijen meer activiteiten in het azc. Denk aan huiskamers met de buurt, begeleiding en onderwijs. Volgens Ghorashi zien ze wel een belangrijk punt over het hoofd. “Meerdere vluchtelingen hebben tegen mij gezegd: we willen weg uit deze gevangenis! Ze willen juist naar buiten voor activiteiten.” Dat laat zien hoe belangrijk het is om azc-bewoners te laten meedenken over hun opvang. Alleen D66 schrijft expliciet over meer medezeggenschap voor bewoners.

Zie hieronder een selectie van de partijplannen over asiel en opvang.

05-Asielopvang-1.jpg

06-Asielopvang-2.jpg